Kader voor maatwerk bij toewijzingscriteria

Wanneer de toewijzingscriteria zijn toegepast, ontstaat er een indeling die mogelijk niet optimaal is. Om de toewijzing pragmatisch en mensgericht te houden, is maatwerk nodig. Om te voorkomen dat door maatwerk willekeur ontstaat, is een kader voor maatwerk nodig. 

Maatwerk kan worden toegepast als: 

1. een relatie (zoals familielid) aan een huishouden toegevoegd kan worden. Alle leden van het oorspronkelijke huishouden en de toe te voegen persoon of personen stemmen hiermee in;
2. de locatie voor school, werk, netwerk of voorzieningen voor een persoon dusdanig zwaarwegend is. Hierbij is echt sprake van een onderbouwde uitzonderingspositie. Dit wordt altijd besproken in het team van locatiebeheer, teammanager en projectleiding. Pas wanneer unaniem besloten wordt dat er sprake is van zwaarwegende argumenten, wordt dit criterium toegepast;
3. er medische redenen zijn, zoals een terminale ziekte, aantoonbare lichamelijke of geestelijke handicap of ggz-problematiek. Hierbij wordt gekeken naar het belang van de patiënt en omgeving voor bepaalde locatie of een kamer alleen. 

Wanneer wordt maatwerk toegepast? 

Na de 1e indeling kan op basis van de kennis van het locatiebeheer maatwerk worden toegepast. 

Daarna kan op basis van de toewijzing, naar aanleiding van de aangevraagde gesprekken, maatwerk worden toegepast. Zo krijgen bewoners waarvan de persoonlijk situatie niet (helemaal) bekend is bij het locatiebeheer, ook de kans dit aan te geven.