BIZ Groot Renesse

De meting om te kijken voor genoeg steun voor de BIZ Groot-Renesse was positief.  Dit maakt het college van burgemeester en wethouders op donderdag 28 juni 2018 bekend.

Informatie van de projectgroep over de BIZ Groot-Renesse en het activiteitenplan kunt u hieronder lezen.

De op 17 mei 2018 door de gemeenteraad van Schouwen-Duiveland vastgestelde ‘Verordening bedrijveninvesteringszone gemeente Schouwen-Duiveland 2019’ treedt in werking op 1 januari 2019. De datum van heffing is ook 1 januari 2019.

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • BI-zone: bedrijveninvesteringszone;
  • het college: het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;
  • de verordening: de desbetreffende verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de Bedrijveninvesteringszone;
  • de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
  • de WOZ: de Wet waardering onroerende zaken. 

ARTIKEL 2. ORGANISATIE FORMELE DRAAGVLAKMETING

Het college draagt de organisatie van de draagvlakmeting BIZ op aan het afdelingshoofd Ruimte en Milieu. 

ARTIKEL 3. BIJDRAGEPLICHTIGE

  1. Iedere bij de gemeente, op het moment van de draagvlakmeting bekende bijdrageplichtige in de betreffende BI-zone, wordt in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk voor of tegen de inwerkingtreding van de nieuwe verordening uit te spreken.
  2. Als bijdrageplichtigen worden aangemerkt degenen die na inwerkingtreding van de verordening daadwerkelijk een bijdrage verschuldigd zijn.

ARTIKEL 4. PROCEDURE FORMELE DRAAGVLAKMETING

  1. Voor de peiling van het draagvlak wordt gebruik gemaakt van stembiljetten.
  2. De stembiljetten worden genummerd. Er is geen relatie te leggen tussen het genummerde stembiljet en de bijdrageplichtige die zijn stem uitbrengt.
  3. Nummering van de stembiljetten is nodig in verband met mogelijke verzoeken tot uitgifte en verzending van nieuwe stembiljetten en om, via een uitsluitend op biljetnummer en WOZ-waarde gekoppelde lijst, het derde onderdeel van de draagvlaktoets te kunnen uitvoeren.
  4. De stembiljetten worden met een toelichting op de verordening en de strekking van de uitvoeringsovereenkomst per post bezorgd bij het bij de gemeente bekende postadres, bij voorkeur het vestigingsadres van de bijdrageplichtige binnen de BI-zone. Bij leegstand op de peildatum van het bestand, wat de gemeente zal gebruiken ten behoeve van de draagvlakmeting, zal het stembiljet worden gezonden naar het bij de gemeente bekende postadres van de pandeigenaar. Hierbij wordt, indien door de stemgerechtigde niet uitdrukkelijk een ander postadres is aangegeven, zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de adressen zoals die bekend zijn bij de kamer van koophandel of de gemeentelijke basisregistratie.
  5. Ter onderscheiding van overige poststukken wordt gebruik gemaakt van gemeentelijke enveloppen, op gewaarmerkt papier afgedrukte stembiljetten en retourenveloppen.
  6. Het stembiljet moet in een gesloten enveloppe worden gezonden aan of in een gesloten enveloppe worden ingeleverd bij de gemeente Schouwen-Duiveland ter attentie van de afdeling Ruimte en Milieu.
  7. Het stembiljet vermeldt de uiterste dag en tijd waarop het biljet door de gemeente Schouwen- Duiveland moet zijn ontvangen.
  8. De retour gezonden enveloppen worden na sluiting van de termijn ongeopend bij het Afdelingshoofd Ruimte en Milieu in bewaring gegeven.
  9. Op grond van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht is een ieder die betrokken is bij de uitvoering van het draagvlakonderzoek en daarbij de beschikking krijgt over gegevens met een vertrouwelijk karakter, verplicht tot geheimhouding.

ARTIKEL 5. RICHTLIJNEN ONJUISTE ADRESSERING/TENAAMSTELLING EN NIET ONTVANGEN STEMBILJETTEN

Er zijn de volgende situaties te onderscheiden:

  • Het stembiljet is naar een onjuist adres en/of onjuiste bijdrageplichtige gezonden en wordt niet (blanco) retour gezonden naar de gemeente Schouwen-Duiveland. Er wordt zo spoedig mogelijk een nieuw stembiljet met een nieuw biljetnummer naar het juiste adres en/of de juiste bijdrageplichtige toegezonden. 
  • Het stembiljet is naar een onjuist adres en/of onjuiste bijdrageplichtige gezonden, maar wordt wel (blanco) retour gezonden naar de gemeente Schouwen-Duiveland. De gemeente Schouwen- Duiveland stuurt hetzelfde stembiljet zo spoedig mogelijk alsnog naar het juiste adres en/of de juiste bijdrageplichtige. In deze situatie wordt geen nieuw biljetnummer uitgegeven.
  • Het stembiljet is naar het juiste adres en de juiste bijdrageplichtige gezonden, maar de ondernemer maakt aannemelijk dat hij het stembiljet niet heeft ontvangen. De gemeente Schouwen-Duiveland stuurt de ondernemer zo spoedig mogelijk een nieuw stembiljet met een nieuw biljetnummer toe.
  • In overige situaties zal naar bevind van zaken worden gehandeld.

 Voor de situaties onder A en C wordt de volgende procedure gevolgd:

  1. De gemeente Schouwen-Duiveland stuurt zo spoedig mogelijk de ondernemer een nieuw stembiljet met een nieuw biljetnummer toe.
  2. De gemeente maakt het reeds uitgegeven stembiljetnummer ongeldig en registreert het nieuw uit te geven biljetnummer.
  3. Voor de telling krijgt de afdeling Ruimte & Milieu een overzicht van de ongeldig gemaakte en de nieuw uitgegeven biljetnummers.
  4. De nieuw uit te geven stembiljetten moeten uiterlijk op dezelfde dag en tijd door de gemeente Schouwen-Duiveland, Afdeling Ruimte en Milieu, zijn ontvangen als de reeds eerder uitgegeven stem- biljetten.

Voor de situaties onder A,B en C kan, naar beoordeling van de gemeente Schouwen-Duiveland, gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om retour gekomen of nieuw te verstrekken stembiljetten in gesloten enveloppe door een medewerker van de gemeente Schouwen-Duiveland persoonlijk aan betreffende ondernemer te overhandigen. 

ARTIKEL 6. ONGELDIGE STEMMEN

  1. Ongeldig is de stem:
    • waaruit niet duidelijk de keuze van de bijdrageplichtige blijkt "voor" of "tegen" de inwerkingtreding van de verordening te zijn;
    • waarmee de bijdrageplichtige meer dan één of geen voorkeur heeft uitgesproken;
    • die blanco is;
    • die anderszins op een foutief ingevuld stembiljet is uitgebracht;
    • die is uitgebracht op een stembiljet dat niet tijdig is ontvangen door de gemeente;
    • dat niet op een origineel door de gemeente aan de bijdrageplichtige opgestuurd stembiljet is uitgebracht.
  2. Indien voor één belastingobject meerdere stemmen zijn uitgebracht, geldt alleen de stem die is uitgebracht met het laatst uitgegeven nummer voor dat belastingobject. Worden meerdere stemmen op biljetten met hetzelfde nummer uitgebracht, dan zijn al deze stemmen ongeldig.

ARTIKEL 7. UITSLAG DRAAGVLAKMETING

  1. Van voldoende steun is sprake indien blijkt dat:
    • tenminste de helft van de bijdrageplichtingen zich voor of tegen de inwerkingtreding heeft uitgesproken;
    • tenminste tweederde deel daarvan zich voor inwerkingtreding heeft uitgesproken, en
    • de som van de WOZ-waarden, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet van onroerende zaken in gebruik bij dan wel in eigendom van (ingeval van leegstand) bijdrageplichtigen die zich hebben uitgesproken voor inwerkingtreding hoger is, dan de som van de WOZ waarden in gebruik bij dan wel in eigendom van (ingeval van leegstand) bijdrageplichtigen die zich hebben uitgesproken tegen inwerkingtreding.
  2. In verband met het in het vorige lid onder het eerste aandachtspunt geregelde, tellen ongeldige stemmen niet mee.

ARTIKEL 8. BEKENDMAKING UITSLAG

De uitslag van de draagvlakmeting wordt bekend gemaakt door publicatie op de gemeentepagina in Wereldregio en op de gemeentelijke website. 

ARTIKEL 9. NIET VOORZIENE GEVALLEN

Het Afdelingshoofd Ruimte en Milieu beslist over de uitleg van dit reglement en over de daarin niet voorziene gevallen. 

ARTIKEL 10. INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

  1. Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
  2. Dit reglement wordt aangehaald als ‘Reglement draagvlakmeting bedrijveninvesteringszones gemeente Schouwen-Duiveland 2017’.

Aldus vastgesteld op <datum>    te Zierikzee,

Burgemeester en Wethouders van Schouwen-Duiveland

 

de secretaris,                                                                         de burgemeester,

M.K. van den Heuvel                                                            G.C.G.M. Rabelink

Ondergetekenden:

  1. GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND, zetelend te Zierikzee, kantoorhoudende te 4301 SH Zierikzee, gemeente Schouwen-Duiveland, Laan van Saint Hilaire 2 (postadres: Postbus 5555, 4300 JA Zierikzee), te dezen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester de heer G.C.G.M. Rabelink en handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van 9 mei 2018.
    hierna te noemen: ‘de gemeente’,

    en
     
  2. STICHTING ONDERNEMERSFONDS GROOT-RENESSE i.o., zetelend te Renesse en kantoorhoudende aan de Zeedahliaweg 42, 4325 CV Renesse waarvan de definitieve oprichtingsakte na oprichting aan deze overeenkomst wordt aangehecht. De stichting wordt conform de ontwerpakte, zoals opgenomen in bijlage 7 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuursleden:
  • de heer Anthonie Gerard Krijnse Locker, voorzitter, wonende te (4325 AA) Renesse, aan de Lange Reke 5geboren te Zierikzee op 14 december 1969zich legitimerende met zijn paspoort uitgegeven te Schouwen-Duiveland op 31 juli 2015,
  • de Johannus Antonius Petrus Swaanen, penningmeester, wonende te Nieuwerkerk (4306 EA), aan d’Heule 9, geboren te Tilburg op 14 september 1976, zicht legitimerende met zijn rijbewijs uitgegeven te Schouwen-Duiveland op 17 juli 2015.
    hierna te noemen: ‘de stichting’,

    de gemeente en de stichting hierna gezamenlijk te noemen: ‘de partijen’,

    overwegende dat:
  1. op initiatief van de Ondernemersvereniging Renesse (hierna: OVR) een projectgroep van ondernemers uit Renesse  de actie op zich heeft genomen tot het ontwikkelen van een activiteiten/businessplan ter versterking van de economie, de profilering, de positionering en de samenwerking binnen het gebied Groot-Renesse;
  2. deze ondernemers in het kader daarvan aan het college van burgemeester en wethouders gevraagd hebben mee te werken aan het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek om te komen tot het instellen van een zogenaamde BIZ (Bedrijveninvesteringszone) voor deze kern en het gebied daaromheen en daartoe een subsidieverzoek bij het college van burgemeester en wethouders hebben ingediend;
  3. het college van burgemeester en wethouders op 13 maart 2018 onder voorwaarden een subsidie aan de OVR heeft verleend voor het uitvoeren van het benodigde haalbaarheidsonderzoek om te komen tot het oprichten van een BIZ Groot-Renesse;
  4. de OVR in de periode voorafgaande aan het in procedure brengen van de BIZ-verordening meer dan voldoende informeel draagvlak heeft mogen vaststellen, onder andere maar niet uitsluitend, op de in 2017 gehouden ondernemersbijeenkomsten en ledenvergaderingen en op de ledenvergadering van 25 april 2018, op grond waarvan zij verwacht dat de kans reëel is dat het oprichten van een BIZ Groot-Renesse op voldoende draagvlak kan rekenen;
  5. op grond van de per 1 januari 2015 in werking getreden Wet op de bedrijveninvesteringszone een verordening vastgesteld zal moeten worden om de instelling van een BIZ Groot-Renesse daadwerkelijk mogelijk te maken;
  6. aan de gemeenteraad wordt voorgesteld deze BIZ verordening Groot-Renesse 2019 vast te stellen, onder de voorwaarde dat er sprake is van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones, met inwerkingtreding per 1 januari 2019;
  7. de stichting is opgericht om op te kunnen treden als de in de verordening aan te wijzen stichting;
  8. de stichting het Plan van Aanpak BIZ Groot-Renesse heeft opgesteld, waarin zij aangeeft hoe zij voornemens is de BIZ subsidie te besteden;
  9. de stichting eerst wordt opgericht na een besluit daartoe van de Algemene ledenvergadering van de Ondernemersvereniging Renesse op 25 april 2018 en voor het vaststellen van de verordening in de gemeenteraad van 17 mei 2018, een en ander conform de statutaire eisen van de vereniging OVR en de eisen van de BIZ-wet. De stichting voldoet gelet op de tekst van de ontwerpakte zoals opgenomen in bijlage 7 bij deze overeenkomst aan de eisen die daaraan zijn gesteld als bedoeld in artikel 7, lid 2 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
  10. de stichting de gelden voor de BIZ Groot-Renesse naar eer en geweten zal beheren en ter bekostiging daarvan jaarlijks bij het college van burgemeester en wethouders een subsidieaanvraag zal indienen;
  11. partijen thans een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, lid 3 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht wensen af te sluiten, welke overeenkomst alleen van toepassing is als de Verordening Bedrijveninvesteringszone Groot-Renesse 2019 ook daadwerkelijk in werking treedt;

De partijen verklaren dat deze uitvoeringsovereenkomst is gesloten onder de navolgende bedingen, bepalingen en voorwaarden:

Artikel 1.        Definities

In deze uitvoeringsovereenkomst wordt onder de volgende begrippen verstaan:  

  • BIZ of BIZ Groot-Renesse: het bij de verordening aangewezen gebied Groot-Renesse
  • BIZ- bijdrage: de bijdrage gericht ter bestrijding van kosten verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone. De BIZ- bijdrage wordt geheven van degenen die aan het begin van het kalenderjaar in de BIZ gelegen onroerende zaken, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken;
  • BIZ- subsidie: de opbrengst van de geheven en geïnde BIZ-bijdragen die wordt verstrekt aan de bij de verordening aangewezen Stichting Ondernemersfonds Groot-Renesse;
  • College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schouwen Duiveland.
  • Overeenkomst: de onderhavige uitvoeringsovereenkomst BIZ Groot-Renesse
  • Raad: gemeenteraad van Schouwen-Duiveland.
  • Subsidiejaar: staat gelijk aan een kalenderjaar.
  • Verordening: de Verordening bedrijveninvesteringszone Groot-Renesse 2019;
  • Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Artikel 2.      Doel van de uitvoeringsovereenkomst

  1. Deze overeenkomst is gebaseerd op artikel 7, lid 3 van de Wet. Partijen regelen in deze overeenkomst de afspraken met betrekking tot de instelling van een BIZ voor het gebied Groot-Renesse.
  2. In deze overeenkomst regelen partijen de financiering en realisering van gebiedsgerichte collectieve activiteiten in de BIZ Groot-Renesse, de subsidieverstrekking daartoe door de gemeente en de wijze van verantwoording daarover door de stichting. Tevens maken partijen afspraken over de dienstverlening van de gemeente in de BIZ.

Artikel 3.      Omschrijving gebied BIZ Groot-Renesse

Het gebied waarvoor de BIZ Groot-Renesse wordt ingesteld omvat de straten of delen van straten en overige gronden gelegen binnen de begrenzing, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze overeenkomst. Het gebied wordt omsloten door  de kern Renesse en daarbuiten gelegen delen van het buitengebied van deze kern,  (deels) begrensd door het Noordzeestrand, de Rampweg, Helleweg, 2e fase Recreatieverdeelweg (N652) tussen Lange Moermondsweg en aansluiting Stoofweg (N651), Lagezoom, 2e fase Recreatieverdeelweg,  Kooijmansweg, Lagezoom, Hogezoom, Hoogenboomlaan, met de daarin gelegen recreatiebedrijven, bedrijventerrein Duinzoom,  een gedeelte van het strand, alsmede een aantal andere bedrijven die zijn gelegen op gronden in de voormalige gemeente Noordwelle, maar qua ligging en type bedrijven een directere relatie hebben met Renesse.

Artikel 4.        Duur van de overeenkomst

  1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de ingangsdatum van de verordening, 1 januari 2019, en eindigt van rechtswege op 31 december 2023.
  2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel eindigt deze overeenkomst op de dag dat het college vaststelt dat blijkens de uitslag van de draagvlakmeting niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5 van de Wet.
  3. De looptijd van deze uitvoeringsovereenkomst impliceert nadrukkelijk geen toezegging over de hoogte van de jaarlijkse subsidieverstrekking door de gemeente.

Artikel 5.        Verordening BIZ Groot-Renesse

  1. De gemeenteraad zal binnen acht weken na ondertekening van deze overeenkomst worden voorgesteld om de Verordening BIZ Groot-Renesse vast te stellen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet.
  2. In deze verordening wordt bepaald dat een BIZ-bijdrage zal worden geheven van gebruikers en/of eigenaren van de in de BIZ gelegen onroerende zaken.
  3. De verordening bepaalt tevens de hoogte van de jaarlijkse BIZ-bijdrage.

Artikel 6.        Draagvlakmeting

  1. De gemeente zal binnen 1 maand na vaststelling van de verordening een draagvlakmeting uitvoeren zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet, om te onderzoeken of er voldoende steun bestaat voor de heffing van de BIZ-bijdrage onder de bijdrageplichtigen.
  2. De stichting zal zich inspannen om voldoende draagvlak voor de BIZ-bijdrage te creëren.

Artikel 7.        Prestatieafspraken

De Stichting:

  1. Richt zich op activiteiten/overeengekomen prestaties in de openbare ruimte en op het internet, zijn gericht op het publiek belang en vallen binnen onderstaande thema’s:
    1. Bevorderen van de leefbaarheid
    2. Bevorderen van de veiligheid
    3. Bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit
    4. Bevorderen van de economische ontwikkeling
  2. De stichting richt zich voor het subsidiejaar 2019 op de activiteiten, met bijbehorende begroting zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze overeenkomst.
  3. Zal plustaken in de openbare ruimte pas uitvoeren na afstemming met het Uitvoeringsbedrijf Openbare Ruimte van de gemeente.
  4. De stichting staat ervoor in dat de BIZ-subsidie wordt aangewend uitsluitend voor de activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven in overeenstemming met de Wet, de verordening, de subsidiebeschikking en de statuten van de stichting.

    De gemeente:
  5. Zal gedurende de looptijd van de BIZ het onderhoudsniveau van de openbare ruimte op een voldoende peil houden. De gemeente voert haar Visie Integraal Beheer Openbare Ruimte uit en hanteert voor de uitvoering de zonering met de kwaliteitsniveaus voor het gebied van de BIZ het kaartbeeld, zoals weergegeven in bijlage 3  bij deze overeenkomst en de Meetlat Kwaliteit Beheer Openbare Ruimte zoals opgenomen in bijlage 4 bij deze overeenkomst.
  6. De gemeente monitort de kwaliteit van de openbare ruimte op aspecten die verband houden met de technische staat ( verharding, groen, meubilair en water) en op aspecten die verband houden met verzorging (onkruid, zwerfafval, hondenpoep, afvalbakken). In totaal monitort de gemeente 18 aspecten. Voor de verschillende onderdelen zal de gemeente zorgdragen voor de volgende minimale niveaus:

    - Verharding - B
    - Groen - B
    - Straatmeubilair - B
    - Onkruid - B
    - Zwerfafval - B

    Verklaring van de waarden:
    A+       zeer hoog
    A          hoog
    B          basis
    C          laag
    D          zeer laag

    De gemeente geeft daarmee uitvoering aan artikel 7, lid 5 van de Wet.
  7. Stelt in samenspraak met de stichting binnen een halfjaar na inwerkingtreding van de BIZ een 0-meting op. Partijen leggen die vast in een Service Level Agreement. De verplichtingen die daarin worden vastgelegd gelden uitsluitend voor de looptijd van deze overeenkomst. Partijen kunnen ervoor kiezen om deze 0-meting gelijktijdig uit te voeren met het door de stichting op te (laten) stellen Keurmerk Veilig Ondernemen.
  8. Het bepaalde in de leden 7 en 8 van dit artikel geldt onder het voorbehoud dat de gemeente het uitvoeringsprogramma van het beheer van de openbare ruimte volgt en dat zij aanpassingen c.q. verbeteringen in de openbare ruimte kan koppelen aan wijziging van de inrichting van de openbare ruimte die voortvloeien uit het Masterplan Renesse. Die wijzigingen kunnen ook worden doorgevoerd na afloop van de looptijd van deze overeenkomst. Dit houdt in dat het gerechtvaardigd is dat in die situaties het huidige gewenste kwaliteitsniveau op het betreffende aspect niet wordt gehaald.
  9. Het bepaalde in de leden 7 en 8 van dit artikel geldt voorts onder het voorbehoud van gewichtige redenen, zoals budgetneutrale systeemwijzigingen of door de raad vastgestelde bezuinigingen, op grond waarvan de gemeente gedurende de looptijd van deze overeenkomst het na te streven kwaliteitsniveau niet kan halen dan wel kan handhaven. De gemeente zal dergelijke situaties vooraf melden aan de stichting.

    De Partijen:
  10. Spreken de intentie uit dat zij zich beide zo maximaal mogelijk zullen inspannen om, in de situaties waar dat mogelijk is, de samenwerking te zoeken door koppeling van activiteiten en uitingen die het oogmerk hebben van gebiedspromotie, in dit geval specifiek de promotie van Renesse.

Artikel 8.        Aanvraag BIZ-subsidie

  1. De stichting dient jaarlijks een schriftelijk verzoek om subsidie in, met een bijbehorende begroting en activiteitenplan en maakt daarbij gebruik van de in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen aanvraagformulier BIZ-subsidie. In dit activiteitenplan geeft de stichting aan welke activiteiten zij voornemens is uit te voeren, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BIZ. Daartoe kunnen ook activiteiten behoren op het gebied van promotie voor zover deze het publieke belang in de openbare ruimte dienen. De hiervoor bedoelde stukken worden jaarlijks uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar ingediend bij het college.  Voor zover nodig kan het college uitstel verlenen van de voornoemde uiterste indieningstermijn voor het eerste subsidiejaar.
  2. Voor het jaar 2019 worden het activiteitenplan en de begroting 2019 die als bijlage 2 bij deze overeenkomst zijn gevoegd, aangemerkt als de in dit artikel bedoelde aanvraag BIZ-subsidie.
  3. De stichting stelt het activiteitenplan op in overleg met de gemeente voor zover het plannen betreft in relatie tot plustaken en investeringen in de openbare ruimte.
  4. De subsidieaanvraag dient te geschieden op basis van een begroting die door het bestuur van de stichting is vastgesteld voor de uitvoering van de activiteiten. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht kan het niet tijdig en/of onvolledig indienen van een schriftelijk subsidieverzoek tot gevolg hebben dat de uitbetaling van het voorschot wordt opgeschort.
  5. Het niet goedkeuren van de stukken door de gemeente heeft tot gevolg dat de uitbetaling van het voorschot van de subsidie als bedoeld in artikel 10 van deze overeenkomst wordt opgeschort. De gemeente zal vier weken nadat de stukken alsnog zijn goedgekeurd overgaan tot uitbetaling van het voorschot van de subsidie.
  6. Deze overeenkomst laat onverlet dat de stichting ook andere subsidies kan ontvangen om haar doelstellingen te bereiken. Dat geldt tevens voor de tijdelijke stimuleringssubsidie voor in werking getreden bedrijveninvesteringszones in de gemeente.

Artikel 9.        Hoogte BIZ-subsidie

  1. De gemeente int jaarlijks onder de bijdrageplichtigen in de BIZ de BIZ-bijdrage volgens de Verordening en keert de opbrengst verminderd met € 600,00 als jaarlijkse bijdrage in de perceptiekosten (zijnde de administratieve kosten van het aanslaan en invorderen van de BIZ-bijdrage) als BIZ-subsidie uit aan de stichting.
  2. Terugbetaling als gevolg van verminderingen van de WOZ waarde en eventueel oninbaarheid van openstaande vorderingen kunnen leiden tot een lager subsidiebedrag.
  3. De gemeente spant zich in om de Invorderingswet en onderliggende wet- en regelgeving uit te voeren.
  4. De gemeente maakt de BIZ-subsidie over op de bankrekening van de stichting.
  5. De stichting verplicht zich de activiteiten te verrichten waarvoor de BIZ-subsidie wordt verstrekt.
  6. De gemeente behoudt zich het recht voor om de subsidie in te trekken indien de stichting, zonder schriftelijke toestemming van de gemeente, van de prestatieafspraken afwijkt. De gemeente doet dit niet alvorens de stichting in de gelegenheid te stellen de prestatieafspraken alsnog na te komen. Het bepaalde in artikel 16 is van overeenkomstige toepassing.  
  7. De gemeente geeft op voorhand toestemming voor een afwijking per begrotingspost van maximaal 15% naar boven of naar beneden. Daarnaast geldt dat het te allen tijde is toegestaan om geld dat bestemd was voor ondersteuning van de organisatie in te zetten voor daadwerkelijke activiteiten die direct ten goede komen aan de in het vorige lid genoemde doelen. De grens van 15% geldt dan dus niet. De stichting moet deze verschuivingen achteraf wel verantwoorden, maar hoeft deze tussentijds niet te melden. Artikel 17 is dus niet van toepassing, zolang de verschuivingen binnen de hier genoemde bandbreedtes blijven.
  8. Activiteiten die geheel niet in het activiteitenplan zijn opgenomen moeten wel van tevoren aan de gemeente worden voorgelegd om te toetsen of deze voldoen aan de doeleinden van de subsidie. Artikel 17 is dan wel van toepassing.

Artikel 10.      Bevoorschotting BIZ-subsidie

De gemeente zorgt voor de uitbetaling van een voorschot van de subsidie in twee termijnen, namelijk:

  • Vóór 1 februari van het kalenderjaar 50 % van de begrote subsidie
  • Vóór 1 juli van het kalenderjaar 50 % van de begrote subsidie.

Artikel 11.      Overleg en evaluatie

  1. Minimaal 2 keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de stichting en de gemeente. De gemeente neemt het initiatief voor de voortgangsgesprekken.
  2. Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen.

Artikel 12.      Jaarverslag, verantwoording na afloop subsidiejaar

  1. De stichting draagt zorg voor een sluitende begroting en jaarrekening en voert een transparante administratie.
  2. Uiterlijk vóór 1 mei van het kalenderjaar na afloop van het subsidiejaar brengt de stichting een financieel en inhoudelijk verslag uit van de door haar gerealiseerde activiteiten:
    1. door het overleggen van een jaarrekening, alsmede een inhoudelijk verslag van de uitgevoerde activiteiten;
    2. het financieel deel van het verslag omvat een samenstellingsverklaring opgesteld door een daartoe bevoegde accountant. Ook bij een hoger subsidiebedrag dan €25.000,- is dit, in afwijking van de Algemene Subsidieverordening Schouwen-Duiveland 2013 voldoende, gezien het feit dat BIZ-plichtigen zelf een nadere verantwoording kunnen vragen aan de stichting;
    3. het inhoudelijk deel van het jaarverslag bevat in ieder geval een verantwoording van de uitvoering van de activiteitenplannen en de in deze overeenkomst, dan wel in de betreffende subsidiebeschikking opgenomen prestatieafspraken. In het verslag wordt een vergelijking opgenomen tussen de beoogde en gerealiseerde doelen c.q. prestaties en ingeval van verschillen een toelichting daarop.
  3. De stichting legt verantwoording als bedoeld in dit artikel af met toepassing van het formulier ‘Verantwoording BIZ subsidie’ als opgenomen in bijlage 6 bij deze overeenkomst.
  4. Met het indienen van het verslag als bedoeld in lid 2 van dit artikel dient de stichting tevens het verzoek in bij het college tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13.   Vaststelling BIZ-subsidie en eindafrekening

  1. Binnen dertien weken na ontvangst van het jaarverslag als bedoeld in artikel 12 stelt het college de hoogte van de BIZ-subsidie over het voorgaande subsidiejaar definitief vast.
  2. Wanneer een deel van de BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dit verschoven naar het volgende subsidiejaar.
  3. Wanneer het vastgestelde bedrag hoger is dan het verstrekte voorschot, zal de gemeente het verschil binnen 30 dagen aan de stichting uitbetalen.
  4. Wanneer (bijvoorbeeld door oninbare posten of gehonoreerde bezwaar- en beroepschriften) het vastgestelde bedrag lager is dan de verstrekte bijdrage (voorschot), is de stichting verplicht om de teveel betaalde BIZ-bijdrage binnen vier weken terug te betalen. De gemeente is bevoegd dit terug te betalen bedrag te verrekenen met een eventueel nog uit te betalen voorschot van de BIZ-bijdrage van het dan lopende subsidiejaar. De gemeente bepaalt in het besluit tot vaststellen van de BIZ-subsidie op welke wijze de teveel betaalde BIZ-bijdrage wordt teruggevorderd. 
  5. Indien aan het einde van de looptijd van deze overeenkomst en na vaststelling van de BIZ-subsidie van het laatste subsidiejaar, na aftrek van alle kosten, geld resteert, dan heeft de stichting de keuze uit de volgende mogelijkheden:
    1. het restantbedrag gelijkelijk verdelen en terugbetalen aan de bijdrageplichtigen van het laatste subsidiejaar;
    2. het restantbedrag besteden conform haar statuten.

      Een eventueel tekort is te allen tijde voor rekening en risico van de stichting.

Artikel 14.   Beëindiging van de BIZ

  1. De stichting kan de gemeente, indien zij aan de voorwaarden die worden genoemd in artikel 6 van de Wet voldoet, verzoeken de Verordening BIZ Groot-Renesse in te trekken.
  2. Indien de gemeenteraad daartoe besluit:
    1. stopt de subsidieverstrekking met ingang van de datum van het intrekken van de verordening;
    2. zal de eindafrekening plaatsvinden naar deze datum, voor het overige is het bepaalde in de artikelen 12 en 13 zijn daarbij van toepassing;
    3. wordt deze overeenkomst na de eindafrekening ontbonden.
  3. Het bepaalde in artikel 13, lid 6 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15.   Tussentijdse beëindiging/ontbinding overeenkomst

  1. Partijen kunnen de samenwerking tussentijds beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
  2. Het beëindigen van deze overeenkomst kan uitsluitend schriftelijk door middel van een aangetekende brief. Deze brief moet zwaarwegende redenen bevatten voor deze beëindiging van de overeenkomst.
  3. Deze overeenkomst eindigt eveneens tussentijds indien de verordening tussentijds wordt ingetrokken, het bepaalde in artikel 14 is van toepassing.
  4. De gemeente kan deze overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen door een schriftelijke kennisgeving aan de stichting, indien de stichting:
    1. surseance van betaling heeft aangevraagd, of surseance van betaling is verleend of failliet is verklaard;
    2. niet voldoet aan de eisen die ter zake in artikel 7, lid 2 sub a van de Wet worden gesteld;
    3. handelt in strijd met haar statuten;
  5. Als de beëindiging van de overeenkomst voortvloeit uit de ontbinding van de stichting, worden de kosten van de afwikkeling vereffend met het vermogen van de stichting.

Artikel 16.   Niet-nakoming, ingebrekestelling en verzuim

  1. Indien één van de partijen tekortschiet in de nakoming van één of meer verplichtingen uit deze overeenkomst, dan zal de wederpartij haar in gebreke stellen, tenzij nakoming van de desbetreffende verplichting/verplichtingen reeds blijvend onmogelijk is, in welk geval de nalatige partij onmiddellijk in gebreke is.
  2. De ingebrekestelling van een partij die zijn verplichting/verplichtingen niet nakomt zal schriftelijk geschieden, waarbij aan de nalatige partij een redelijke termijn zal worden gegund om alsnog haar verplichting/verplichtingen na te komen. Deze termijn heeft het karakter van een fatale termijn.
  3. Indien de partij, ook na ingebrekestelling toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen, uitgezonderd overmacht, is de andere partij gerechtigd deze overeenkomst tussentijds te beëindigen. Het bepaalde in artikel 15 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17.      Informatieplicht

De stichting is verplicht de gemeente binnen twee weken te berichten over voorgenomen wijzigingen in haar statuten en eventuele reglementen, dan wel in de uitvoering van het activiteitenplan, teneinde vast te stellen of de stichting zich nog houdt aan het bepaalde in 2, lid 1 van de Wet. De stichting kan het verstrekken van deze informatie aan de gemeente derhalve niet opschorten tot het moment van de overleggen als bedoeld in artikel 11.

Artikel 18.      Geschillen

  1. Partijen streven ernaar geschillen betreffende de uitleg, uitvoering of nakoming van deze overeenkomst in onderling overleg op te lossen.
  2. Indien één der partijen aangeeft dat te willen, wordt gepoogd tot een oplossing van het geschil te komen door een mediationtraject aan te gaan onder begeleiding van een door de Mediatorsfederatie Nederland, of daaraan gelijk te stellen organisatie, erkende mediator. De wederpartij kan dit alleen gemotiveerd en onder opgave van reden weigeren.
  3. Ieder geschil tussen partijen ter zake van de overeenkomst zal bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen alsnog een andere vorm van geschillenbeslechting zullen overeenkomen.

Artikel 19.      Bijlagen

De considerans en de hierna genoemde bij deze overeenkomst gevoegde en door beide partijen gewaarmerkte bijlagen, maken onlosmakelijk deel uit van deze overeenkomst.

Ingeval van strijdigheid tussen de inhoud van deze overeenkomst en de bijlagen, prevaleert

de inhoud van de overeenkomst.

   • bijlage 1:    Kaart zone BIZ Groot-Renesse

  • bijlage 2:    Activiteitenplan en begroting BIZ Groot-Renesse subsidiejaar 2019
  • bijlage 3:   Kaartbeeld kwaliteitsniveaus beheer BIZ Groot-Renesse
  • bijlage 4:    Meetlat Kwaliteit Beheer Openbare Ruimte
  • bijlage 5:    Aanvraagformulier BIZ-subsidie
  • bijlage 6:    Formulier Verantwoording BIZ-subsidie
  • bijlage 7:    Ontwerp oprichtingsakte Stichting Ondernemersfonds Groot-Renesse d.d. 10 april    2018

Bekendheid inhoud overeenkomst

De partijen verklaren dat zij, voorafgaand aan de ondertekening van deze overeenkomst, zorgvuldig kennis hebben genomen van de inhoud hiervan en voldoende informatie hebben ontvangen om de gevolgen van deze overeenkomst te overzien. 

Aldus opgemaakt in drievoud en ondertekend te Zierikzee op 16 mei 2018,

namens de gemeente,                                                          namens de stichting,

de heer G.C.G.M. Rabelink                                                   de heer A.G. Krijnse Locker
burgemeester                                                                        voorzitter

 

                                                                                                 de heer J.A.P. Swaanen
                                                                                                 penningmeester

(In verband met digitalisering is dit document niet ondertekent).