Erfgenamenonderzoek

Als een familielid overlijdt, krijgt u te maken met erfrecht. Dit zijn wetten die regelen welke spullen naar wie gaan nadat iemand overlijdt. De persoon die de spullen krijgt, noemen we een erfgenaam. Als niet duidelijk is wie de spullen krijgt, is erfgenamenonderzoek nodig. Voor dit onderzoek maken wij gebruik van de Basisregistratie personen (BRP).

Waarom een erfgenamenonderzoek doen?

Meestal staat in het testament van de overleden persoon wie de erfgenamen zijn. Als er geen testament is, geldt het wettelijk erfrecht. Is niet bekend wie de erfgenamen zijn? Dan doet de notaris een schriftelijke aanvraag bij ons voor een erfgenamenonderzoek. Dit betekent dat de notaris vraagt wie familie is van de overleden persoon.

Het erfgenamenonderzoek is om na te gaan of er mogelijk nog andere kinderen of erfgenamen zijn. Duidelijkheid over erfgenamen is nodig om een verklaring van erfrecht op te kunnen stellen. Een verklaring van erfrecht hebt u nodig voor het regelen van verschillende dingen. Bijvoorbeeld met de bank en verzekeringen. Het is voor dit soort organisaties een bewijs dat ze met de goede persoon te maken hebben.

Kwam de overleden persoon uit een ander land? Dan is vaak erfgenamenonderzoek in buitenlandse archieven nodig. Dat kan langer duren en ook duur zijn.

Inloggen met eHerkenning Niveau 2+ Aanvraag onderzoek

Wat doet de notaris voor een Verklaring van Erfrecht?

De notaris zoekt uit wie de erfgenamen zijn. Hierbij gebruikt hij de wettelijke regels en een testament als dat er is. Ook zoekt hij in onze registers of er nog andere erfgenamen zijn. Het kan zijn dat er onbekende kinderen of andere erfgenamen zijn. Als het nodig is zoekt de notaris dit ook uit in het buitenland.

De verklaring van erfrecht mag door een andere notaris gemaakt worden dan die het testament heeft gemaakt. Als de notaris zeker weet wie de erfgenamen zijn, dan zet hij dat in de verklaring van erfrecht.

Wie zijn erfgenamen?

Erfgenamen volgens de wet zijn:

  • echtgenoot, kinderen en (achter)kleinkinderen;
  • ouders, broers en zusters en hun kinderen;
  • grootouders met hun (klein)kinderen;
  • ooms, tantes, neven en nichten;
  • overgrootouders en hun afstammelingen tot in de 6e graad.

Zijn er geen erfgenamen? Dan gaat de erfenis naar de Nederlandse staat.

Geen erfgenamen volgens de wet zijn:

  • zwager en schoonzuster;
  • aangetrouwde kinderen en stiefkinderen;
  • een gescheiden man of vrouw.