Wat gaan we daarvoor doen?

Wonen

  • Groene overgangszones bebouwd gebied/landelijk gebied
    Waar mogelijk versterken we de overgangszones bebouwd gebied/landelijk gebied. Dit zijn de zones waar een natuurlijke ontwikkeling meer ruimte krijgt en waar verbindingsmogelijkheden liggen met bestaande natuurgebieden.
  • Opstellen Soort Management Plan (SMP)
    Het soort managementplan is een biodiversiteitsplan voor heel de gemeente op basis van ecologisch onderzoek. Omdat het SMP twee jaar kan duren voor het klaar is, kan er voorafgaand een pre-SMP opgemaakt worden.
    De pre-SMP is een methodiek die per direct ingezet kan worden voor isolatie bij particuliere, grondgebonden woningen. De pre-SMP is gebaseerd op de kenmerken van een SMP, als opstap tot een volledig SMP. In deze fase wordt met behulp van een voorspellingsmodel de verwachte ecologische aantasting van populaties van vogel- en vleermuissoorten berekend. Dit is toegestaan indien de gemeenten ook starten met ecologisch (SMP) onderzoek. De gemeente moet ook ter compensatie nestkasten voor vleermuizen plaatsen en woningeigenaren moeten op natuurvriendelijke wijze isoleren.  Op deze manier kan er een twee jaar durende gebiedsgerichte ontheffing aangevraagd worden, vooruitlopend op de tien jaar durende gebiedsgerichte ontheffing die hoort bij een SMP.

Werken

  • Handhaven afspraken over landschappelijke inpassing bedrijventerreinen en (voormalige) agrarische erven
    De landschappelijke inpassing van bedrijventerreinen en/of agrarische erven is een kwestie van ontwikkeling. Bij aanplant is het effect nog klein, maar groei en ontwikkeling van de aangebrachte beplanting geeft op den duur het geschetste landschappelijk eindbeeld weer. Dit vraagt een blijven volgen van de uitvoering; wordt er tijdig en volgens plan geplant en onderhouden. Alleen bij regelmatige controle van de afspraken komt de landschappelijke inpassing tot zijn recht.

Verblijven

  • Handhaven afspraken over landschappelijke inpassing recreatieterreinen
    De landschappelijke inpassing van recreatiebedrijven is een kwestie van ontwikkeling. Bij aanplant is het effect nog klein, maar groei en ontwikkeling van de aangebrachte beplanting geeft op den duur het geschetste landschappelijk eindbeeld weer. Dit vraagt een blijven volgen van de uitvoering; wordt er tijdig en volgens plan geplant en onderhouden. Alleen bij regelmatige controle van de afspraken komt de landschappelijke inpassing tot zijn recht.

Eigen organisatie

  • Opgaven vanuit het ontwerp Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en ontwerp Zeeuwse gebiedsprogramma landelijk gebied en stikstof
    Er zijn grote opgaven voor het landelijk gebied. De kwaliteit van de natuur moet beter, het watersysteem moet gezonder en het landelijk gebied moet klimaatneutraal worden. Dit zijn landelijke opgaven die in het ontwerp NPLG zijn opgenomen. Het Rijk heeft de provincies gevraagd om de uitvoering op te pakken en een provinciaal gebiedsprogramma landelijk gebied en stikstof op te stellen. In het Zeeuws gebiedsprogramma staan maatregelen die goed zijn voor de natuur, water en klimaat, maar ook voor ondernemers. Alle sectoren leveren een bijdrage om de biodiversiteit te verbeteren door reductie van stikstof. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen om de industrie en recreatiesector te verduurzamen en de beschikbaarheid van zoet water te verbeteren. De maatregelen zijn uitgesplitst over diverse sectoren en onderwerpen: akkerbouw, veehouderij, water, natuur, recreatie, industrie en mobiliteit. In 2024 bekijkt de provincie per gebied in overleg met alle sectoren welke maatregelen wenselijk en mogelijk zijn. Dit gebeurt in nauw overleg met alle sectoren.

    Provincie en gemeente stemmen met elkaar af en maken afspraken over de uitvoering. Werken samen met gebiedspartijen over de maatregelen die nodig zijn voor het herstel van de natuur. En werken samen aan de structurele verlaging van de stikstofneerslag in Schouwen-Duiveland. En ook de samenhang met andere doelen waar in Schouwen-Duiveland aan gewerkt wordt.
    De provincie kiest voor concrete generieke maatregelen voor heel Zeeland en projecten. De provincie kiest ook voor een gebiedsgerichte aanpak in die gebieden waar veel verschillende maatschappelijke opgaven samen komen. Denk aan:
    - natuur- en biodiversiteitsherstel,
    - woningbouw,
    - duurzame energie,
    - verduurzaming recreatie en bedrijven,
    - leefbaarheid en voorzieningen,
    - bereikbaarheid en mobiliteit,
    - volhoudbare landbouw en zoetwaterbeschikbaarheid.

    In onze gemeente start een gebiedsgerichte aanpak voor het gebied Kop van Schouwen/Schouwen-West. In 2024 zal dit proces van start gaan.

    Het overlegplatform biodiversiteit is een overlegmoment tussen verschillende natuur- en milieu organisaties zoals:
    - natuur- en vogelwacht,
    - stichting landschapsbeheer Zeeland,
    - Waterschap Scheldestromen,
    - imkervereniging,
    - NME,
    - Provincie Zeeland,
    - stichting Zonnestraal en Poldernatuur,
    - ASD.

    Het overlegmoment vindt twee maal per jaar plaats. Er worden thema’s en activiteiten in het kader van natuur en biodiversiteit besproken.
  • Structureel overleg met natuurbeheerders (Natuurmonumenten, Zeeuws Landschap en Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat)
    We merken dat we eigenlijk te weinig weten wat er in onze gemeente gebeurd in de gebieden van de natuurbeheerders. In principe vindt veelal de afstemming plaats met de provincie die bevoegd gezag is voor de natuurwetgeving. Wel komen er vragen over van onze inwoners. Met een structureel overleg kunnen we de geplande activiteiten beter met elkaar delen. Daarnaast willen we graag met al onze stakeholders een netwerk opbouwen, zodat we weten met wie we over bepaalde zaken contact op moeten nemen. Een structureel overleg maakt het netwerk wat steviger. Daarom willen we bij de natuurbeheerders informeren of zij ook de meerwaarde van een structureel overleg onderschrijven en hieraan willen meewerken.